Doctor in de fysiotherapie

Jaar 1-herfst

• PT als een beroep
• Grondslagen van PT Management I
• Klinische geneeskunde en pathologie I
• Klinische menselijke anatomie
• PT in de acute zorgomgeving (met lab)
• Geïntegreerd klinisch onderwijs I

Jaar 1-lente

• Grondslagen van PT Management II
• Klinische geneeskunde en pathologie II
• Bewijs voor PT Praktijk I
• Klinische kinesiologie
• Gestandaardiseerde meting in de PT-praktijk
• Geïntegreerd klinisch onderwijs II
• neurowetenschap

Jaar 1-zomer

• Bewijs voor PT Praktijk II
• Levensduur motorbesturing
• menselijk lopen
• Cardiopulmonaal patiëntbeheer
• Professionele problemen in de PT-praktijk I
• Therapeutische oefening

Jaar II-herfst

• farmacologie
• Klinische beeldvorming
• Musculoskeletaal patiëntbeheer I
• Neuromusculair patiëntbeheer I
• Bewijs voor PT Praktijk III
• Orthesen en protheses
• Geïntegreerd klinisch onderwijs III

Jaar II-lente

• Musculoskeletaal patiëntbeheer II
• Neuromusculair patiëntbeheer II
• Bewijs voor PT Praktijk IV
• PT Management van de geriatrische patiënt
• PT Management voor de pediatrische patiënt
• Professionele problemen in PT-praktijk II
• Geïntegreerd klinisch onderwijs IV

Jaar II-zomer

• Musculoskeletaal patiëntbeheer III
• Professionele problemen in PT-praktijk III
• Speciale onderwerpen in Ther EX
• Geïntegreerd klinisch onderwijs V
• Beroepsgezondheid

Jaar III-herfst

• Klinische onderwijservaring I
• Klinische onderwijservaring II

Jaar III-lente

• Klinische onderwijservaring III
• DPT Keuzevak(ken)
• Bewijs voor PT Praktijk V
• Professionele problemen in PT Praktijk IV

Klinisch onderwijs

Geïntegreerde klinische ervaringen

Je zult hands-on ervaring opdoen door middel van een verscheidenheid aan geïntegreerde klinische ervaringen in de eerste twee jaar van het programma. Geïntegreerde klinische ervaringen bouwen voort op de informatie die u in de klas leert. Tijdens de cursussen gericht op acute zorg worden studenten bijvoorbeeld toegewezen aan een acute zorgomgeving om gespecialiseerde klinieken, postoperatieve behandeling en intensive care te ervaren.

Balans-, bewegings- en wellnesscentrum

In het on-campus, pro-bono Balance, Movement en Wellness Center doe je ervaring op in het werken met echte patiënten. Je werkt samen met onze deskundige docenten en andere studenten om de kracht, flexibiliteit, uithoudingsvermogen, balans en algehele welzijn van patiënten te verbeteren door middel van groepslessen die gericht zijn op de individuele behoeften van de patiënt.

Klinische rotaties

In het laatste jaar van het programma neem je deel aan drie fulltime off-campus klinische onderwijservaringen. Elke ervaring duurt 10 weken - één in een poliklinische orthopedische setting, één in een complexe medische setting zoals intramurale acute, acute revalidatie, subacute revalidatie of thuiszorg, en een keuzevak in het gebied waarin je een sterke passie hebt.

Essentiële functies en technische normen

Informatie over de ondersteunende diensten van de universiteit voor gehandicapten is opgenomen in de MCPHS Universiteitscatalogus. Als een student van mening is dat hij/zij mogelijk speciale aanpassingen nodig heeft om aan een van de fundamentele vereisten van het curriculum te voldoen, is het de verantwoordelijkheid van de student om contact op te nemen met de assistent-decaan voor academische ondersteuningsdiensten, zoals uiteengezet in de MCPHS Universiteitscatalogus.

Essentiële functies

De praktijk van fysiotherapie omvat het onderzoek, de diagnose en de behandeling van mensen met lichamelijke beperkingen, bewegingsstoornissen en pijn. Fysiotherapeuten moeten bereid zijn om tijdig een relevant patiëntonderzoek uit te voeren, de resultaten van dit onderzoek te evalueren en deze gegevens te synthetiseren om een nauwkeurige diagnose, prognose en zorgplan vast te stellen, een interventie te implementeren en het proces van heronderzoek te gebruiken. om de uitkomsten van de patiënt te beoordelen. Fysiotherapeuten moeten ook over de vaardigheden beschikken die nodig zijn om te bepalen wanneer verwijzing van de patiënt/cliënt naar een andere beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg passend is. Fysiotherapeuten moeten bewijzen dat de zorg die zij bieden effectief is, vaak door het uitvoeren van klinisch onderzoek.

DPT-studenten moeten het volgende kunnen voltooien:

• Deelname aan alle vereiste aspecten van klas- en laboratoriumactiviteiten.
• Deelname aan alle vereiste aspecten van klinische ervaringsactiviteiten.
• Effectieve communicatie met andere studenten, instructeurs, assisterend personeel, patiënten, familieleden, betalers en andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
• Het handhaven van een veilige omgeving voor andere individuen en voor zichzelf, inclusief het gebruik van universele voorzorgsmaatregelen.
• Verlening van spoedeisende patiëntenzorg, inclusief maar niet beperkt tot cardiopulmonale reanimatie (CPR).
• Voltooiing van elementen van patiënt-/cliëntbeheer, inclusief onderzoek, evaluatie van gegevens, formulering van fysiotherapeutische diagnose en prognose, interventie, beoordeling van resultaten en bijhouden van gegevens.
• Voltooiing van specifieke patiënt-/cliëntinterventies en behandelingen, inclusief voorlichting aan patiënten en familieleden, toepassing van modaliteiten, therapeutische oefeningen en functionele training.

Klinische instanties kunnen aanvullende of instantiespecifieke technische normen hanteren, die voorrang hebben op de technische normen van MCPHS University.

De Commission on Accreditation of Physical Therapy Education (CAPTE) accrediteert professionele fysiotherapieprogramma's en vereist dat afgestudeerden van deze programma's klinische diensten op instapniveau kunnen leveren. Afgestudeerden van instapprogramma's moeten beschikken over een brede basis van kennis en vaardigheden die nodig zijn voor de praktijk van fysiotherapie. Fysiotherapeuten hebben intellectuele – communicatieve, gedragsmatige – sociale, observationele en motorische vaardigheden nodig om aan de standaard van de praktijk te voldoen.

Bepaalde handicaps kunnen het vermogen van een student belemmeren om het studieprogramma te voltooien en de essentiële functies te verwerven die nodig zijn voor de praktijk van fysiotherapie. Er kunnen redelijke aanpassingen worden gemaakt om bepaalde beperkingen te compenseren. Zaken die de patiëntenzorg of de veiligheid belemmeren of de inzet van een tussenpersoon vereisen, kunnen echter onverenigbaar zijn met een onafhankelijke beroepsuitoefening.

Technische normen

Intellectueel – Communicatieve vaardigheden

Intellectuele vaardigheden omvatten het vermogen om grote hoeveelheden didactische informatie te onthouden en te begrijpen en deze informatie toe te passen bij het onderzoek, de evaluatie en het beheer van routinematige en complexe fysiotherapieproblemen. Effectieve communicatieve vaardigheden stellen de fysiotherapeut in staat om de juiste informatie van patiënten te ontlokken en onderzoeks- en behandelingsprocedures effectief uit te leggen.

Enkele van de vaardigheden die een individu moet kunnen demonstreren omvatten, maar zijn niet beperkt tot, het vermogen om:

• Communiceer duidelijk en tijdig met patiënten, artsen, andere gezondheidswerkers, gemeenschaps- of beroepsgroepen en collega's.
• Rapporteer duidelijk, leesbaar en tijdig via voortgangsnotities in patiëntendossiers, rapporten aan artsen, verzekeringsformulieren en bestelformulieren.
• Reageer op zaken als een patiënt die van achter een gordijn belt, waarschuwingsoproepen van wie dan ook en machinealarmen.
• Neem deel aan groepsbijeenkomsten om informatie te verstrekken en te ontvangen en te reageren op vragen uit verschillende bronnen.

Gedrags- en sociale kenmerken

Studenten moeten aantonen dat ze op een professionele en ethische manier kunnen oefenen en over de emotionele stabiliteit beschikken om te oefenen in een stressvolle werkomgeving. Compassie, integriteit, zorg voor anderen, interpersoonlijke vaardigheden, culturele competentie en motivatie zijn allemaal persoonlijke eigenschappen die verband houden met de beoefening van fysiotherapie.

Enkele van de vaardigheden die een individu moet kunnen demonstreren omvatten, maar zijn niet beperkt tot, het vermogen om:

• Herken en reageer op passende wijze op individuen van alle leeftijden, geslachten, rassen, sociaal-economische, religieuze en culturele achtergronden.
• Ga om met de stress van zware werkdruk, veeleisende patiënten en levensbedreigende klinische situaties.
• Mogelijk gevaarlijke situaties herkennen en er adequaat op reageren.

Observationele vaardigheden

Observatie is een van de belangrijkste hulpmiddelen waarover een fysiotherapeut beschikt. Het verzamelen van gegevens over de toestand van de patiënt/cliënt en het op de juiste manier manipuleren van machines zijn van cruciaal belang om een effectieve fysiotherapeut te kunnen zijn. Enkele van de vaardigheden die een individu moet kunnen demonstreren omvatten, maar zijn niet beperkt tot, het vermogen om:

• Observeer en interpreteer de bewegingen van de patiënt, de huidconditie, veiligheidsrisico's en veranderingen in het uiterlijk.
• Lees en interpreteer de wijzerplaten van apparatuur, beoordelingsgrafieken, patiëntkaarten, professionele literatuur en aantekeningen van patiënten, artsen en andere gezondheidswerkers.

Motor vaardigheden

De praktijk van fysiotherapie vereist dat de arts over het vermogen beschikt om fundamentele evaluatieve en therapeutische procedures uit te voeren die specifieke fysieke vaardigheden en uithoudingsvermogen vereisen (bijvoorbeeld palpatie, transfers, looptraining). Een therapeut moet gezichtsvermogen en somatische sensaties kunnen gebruiken bij de evaluatie en behandeling van patiënten. Enkele van de vaardigheden die een individu moet kunnen demonstreren omvatten, maar zijn niet beperkt tot, het vermogen om:

• Patiënten (150 lbs.) optillen, dragen en duwen in bed of rolstoelen, zware apparatuur, lichaamsdelen en patiënten die van bed naar stoel of mat overstappen, of anderen kunnen instrueren in de activiteit, inclusief de juiste lichaamsmechanica.
• Loop en balanceer goed genoeg om patiënten te helpen lopen en overstappen, met of zonder apparatuur, en om letsel bij de patiënt en zichzelf te voorkomen.
• Palpeer anatomische structuren en behandel gewonde lichaamsdelen zonder de persoon te verwonden.
• Beschikken over voldoende handvaardigheid om zeer kleine apparatuur te manipuleren, indien nodig ondersteuning en weerstand te bieden door middel van complexe oefenbewegingen, reanimatie uit te voeren, draaiknoppen te manipuleren en acuut zieke patiënten te behandelen zonder gevoelige bewakingsinstrumenten en -lijnen te verstoren.
• Zorg voor de veiligheid en het welzijn van de patiënt bij alle therapeutische of transportactiviteiten.