
Specialist handtherapie
DUUR
270 Hours
TALEN
Spaans
TEMPO
Full time
DEADLINE VOOR AANMELDING
Aanvraagdeadline
EERSTE STARTDATUM
Vraag de vroegste startdatum aan
COLLEGEGELD
EUR 2.700
STUDIE FORMAAT
Op de campus
Invoering
De enige universitaire graad met deze kenmerken wordt in Spanje gegeven.
Deze nieuwe editie telt, net als de vorige, ook de aanwezigheid van nationale en internationale experts op dit gebied, erkend door de European Association of Hand Therapists.
Het is een cursus van 34 ECTS-credits, waarin de theoretische inhoud wordt afgewisseld met praktijkoefeningen over evaluatieprocedures en verschillende behandeltechnieken, waarbij een hoog percentage uren in het ontwerp en de vervaardiging van orthesen wordt benadrukt. Daarnaast worden de praktijken van het blok Functionele anatomie van de bovenste ledematen, Topografische palpatorische anatomie van de bovenste ledematen en studie van dissectie uitgevoerd met kadavers.
De Expertcursus die wij aanbieden is erkend door de Portugese Vereniging voor Handtherapie en door de Spaanse Vereniging van Handtherapeuten.
Letsels aan de bovenste ledematen brengen hoge gezondheids- en sociale kosten met zich mee. Wanneer iemand handletsel oploopt, is er sprake van een periode van tijdelijke persoonlijke en arbeidsongeschiktheid. De functionaliteit van de hand maakt zelfzorg en participatie en interactie met de omgeving mogelijk, omdat deze motorische vaardigheden combineert zoals grijpen, objecten manipuleren, sensorische functies, cognitieve en perceptuele vaardigheden, en ook het vermogen tot expressie, gebarencommunicatie en emotionele expressie vergemakkelijkt. .
Handtherapie is een multidisciplinair hulpmiddel dat de hersteltijd verkort, de terugkeer naar het werk vergemakkelijkt en de gezondheids- en sociale kosten verlaagt. Het vormt een van de belangrijkste en meest complexe aspecten binnen de aanpak van het bovenste lidmaat. Het vereist een volledige en specifieke training, waarbij gebruik wordt gemaakt van de wetenschappelijke methode, ondersteund door actueel bewijsmateriaal en klinische ervaring.
Het doel van de opleiding is om de student als Specialist Handtherapie op te leiden in de kennis en theoretisch-praktische vaardigheden die nodig zijn om het functioneel herstel van het bovenste lidmaat en vooral van de hand te bereiken.
toelatingen
leerplan
De praktische activiteiten van het ontleden van lijken en het ontwerpen en vervaardigen van orthesen zullen in de overeenkomstige blokken worden uitgevoerd.
Blok I. Functionele anatomie van het bovenste lidmaat. Topografische palpatoire anatomie van het bovenste lidmaat. Dissectiestudie in lijken.
Onderwerp 1: Anatomie en biomechanica van de hand.
Onderwerp 2: Anatomie en biomechanica van de pols.
Onderwerp 3: Anatomie en biomechanica van de elleboog.
Thema 4: Anatomie en biomechanica van de schouder.
Onderwerp 5: Palpatoire oppervlakkige anatomie van de bovenste extremiteit.
Blok II. Functioneel vermogen van de hand.
Onderwerp 6: Verwerving van manipulatief vermogen en de evolutie ervan.
Onderwerp 7: Functionele aanraking van de hand en beperkingen van de effectoren (bij de interpretatie van stimuli, stereognose).
Onderwerp 8: Haptische perceptie van de hand.
Onderwerp 9: Prehension-capaciteit en praxis.
Onderwerp 10: Het bovenste lidmaat in gebarencommunicatie.
Onderwerp 11: Implicaties van de functionele beperkingen van het bovenste lidmaat in het dagelijks leven.
Blok III. Pathologische aandoeningen van het bovenste lidmaat. Conservatieve en chirurgische behandeling.
Onderwerp 12: Pathologische veranderingen in zachte weefsels en huid.
Onderwerp 13: Wonden. Classificatie en behandeling.
Onderwerp 14: Veel voorkomende infecties in de hand.
Onderwerp 15: Pees- en ligamentblessures/peestransfers.
Onderwerp 16: Gewrichtsblessures.
Onderwerp 17: Breuken.
Onderwerp 18: Vasculaire en lymfatische pathologie van de bovenste extremiteit.
Onderwerp 19: Perifere neurologische laesies.
Onderwerp 20: Tumorlaesies.
Onderwerp 21: Verwondingen aan de toppen van de vingers.
Onderwerp 22: De ziekte van Dupuytren.
Onderwerp 23: Brandwonden.
Onderwerp 24: Amputaties.
Onderwerp 25: Sympathische reflexdystrofie.
Onderwerp 26: Compartimentsyndroom.
Onderwerp 27: Hersenschade.
Blok IV. Beoordeling van het bovenste lidmaat.
Blok IV A: Algemene evaluatie.
Onderwerp 28: Spierbalans en gewrichtsbereik.
Punt 29: Gevoeligheidsbeoordeling.
Onderwerp 30: Evaluatie van oedeem.
Onderwerp 31: Prehension-evaluatie.
Onderwerp 32. Beoordeling van vaardigheden.
Item 33: Beoordeling van manipulatief vermogen.
BLOK IV B: SPECIFIEKE MANEUVES VOOR DE EVALUATIE VAN MS.
Onderwerp 34: Klinische evaluatie van de hand.
Onderwerp 35: Klinische evaluatie van de pols.
Onderwerp 36: Klinische evaluatie van de elleboog.
Onderwerp 37: Klinische evaluatie van de schouder.
Onderwerp 38: Evaluatie van het bovenste kwadrant.
Punt 39: Gevoeligheidsbeoordeling.
Thema 40: Evaluatie van functionaliteit en kwaliteit van leven.
Onderwerp 41: Andere evaluatietechnieken.
Blok V. Behandeltechnieken.
Onderwerp 42: Basisverzorging van het bovenste lidmaat tijdens de behandeling.
Onderwerp 43: Manuele therapie: spier- en myofasciale ketens.
Onderwerp 44: Lymfedrainage.
Thema 45: Littekenbehandeling en anti-oedeemverband.
Onderwerp 46: Functioneel verband.
Onderwerp 47: Zintuiglijke heropvoeding.
Onderwerp 48: Desensibilisatie.
Onderwerp 49: Neuromusculair verband.
Onderwerp 50: Orthesen en protheses.Classificatie en typen.
Onderwerp 51: Proprioceptieve neuromusculaire facilitatie.
Onderwerp 52: Nieuwe technologieën bij de volwassen neurologische patiënt
Onderwerp 53: Biofeedback/Spiegeltherapie/Therapie door beperking van de gezonde kant/activiteitsgerichte motorische controle.
Thema 54: Toepassing van middelen en fysieke middelen: thermotherapie, echografie, tientallen/elektrostimulatie.
Blok VI. Behandeling van de hand onder specifieke omstandigheden.
Onderwerp 55: Gewrichtsblessures en fracturen van de hand. Specifieke interventietechnieken.
Onderwerp 56: Peesblessures en tendinopathieën. Specifieke interventietechnieken.
Thema 57: Zenuwletsels (traumatisch en compressief). Specifieke interventietechnieken.
Thema 58: Artritis en reumatologische aandoeningen. Specifieke interventietechnieken.
Onderwerp 59: Veelvoorkomende verwondingen aan de hand. Specifieke interventietechnieken.
Onderwerp 60: Veel voorkomende polsblessures. Specifieke interventietechnieken.
Onderwerp 61: Veel voorkomende elleboogblessures. Specifieke interventietechnieken.
Onderwerp 62: Veelvoorkomende schouderblessures. Specifieke interventietechnieken.
Thema 63: Vasculaire en lymfatische laesies. Specifieke interventietechnieken.
Onderwerp 64: Amputaties.
Onderwerp 65: Brandwonden.
Onderwerp 66: Laesies van neurologische oorsprong bij volwassenen.
Onderwerp 67: Laesies van neurologische oorsprong bij het kind I.
Onderwerp 68: Laesies van neurologische oorsprong bij kinderen II.
Onderwerp 69: Evidence-based praktijk in handtherapie.
Onderwerp 70: Kinematische en kinetische analyse van het bovenste lidmaat. Nut van een onderzoekslaboratorium.
BLOK VII. KLINISCH GEVAL
Programma resultaat
Presentatie in de klas van de te behandelen concepten en onderwerpen, met behulp van de masterclasses en de discussie- en debatmethode.
In het praktijkonderwijs worden specifieke kennis, attitudes en vaardigheden van het specialisme Handtherapie ontwikkeld. Met uitzondering van het eerste seminarie, dat zal gaan over dissectie en functionele anatomie, zullen er verplichte laboratoriumoefeningen worden uitgevoerd waarin, door middel van gesimuleerde klinische situaties, beoordelings- en behandelingstechnieken in de praktijk worden gebracht.
De eindkwalificatie van de cursus zal plaatsvinden door de individuele presentatie van een klinische casus, waarbij de studenten de verwerving van de competenties van de titel van specialist in handtherapie aantonen.